- 500 g bloem
- 2 zakjes droge gist
- 1/2 glas lauwe water
- 10 g zout
- 2 eetlepels verse rozemarijn en tijm
- 4 eetlepels gedroogde tomaatjes of 1/2 potje
- 1 ui
- 1 theelepel zeezout
Meng bloem, gist, olie en het water door elkaar met een houten lepel.
Kneed met je handen tot een soepel deeg.
Voeg na 10 minuten het zout toe.
Als het deeg te nat is kun je wat bloem toevoegen of wat water wanneer het te droog is.
Laat het deeg afgedekt met een plastic folie en een theedoek, in donker ruimte, rijzen, 2 uur.
Hak de ui samen en de kruiden heel fijn.
Bak de ui in olijfolie, een paar minuten op laag vuur en laat ze afkoelen.
Voeg de kruiden, de tomaatjes en het ui aan het deeg toe.
Leg het deeg op een bakpapier, rol het uit. Het deeg moet een ovaal vorm krijgen.
Maak streepjes met een mes en bestrooi wat zeezout erop.
Dek het deeg af en laat in ongeveer een uur tot dubbel volume rijzen op kamertemperatuur.
Verwarm de oven voor op 200°C.
Bak de focaccia in 30 minuten gaar in het midden van de oven tot deze mooi goudbruin is.
Laat ongeveer 15 minuten afkoelen op een rooster.