- 4 eieren
- 125 g suiker
- zout
- 50 g boter
- 125 g bloem
- 250 g roomboter
- 125 g suiker
- 2 eieren
- 5 eetlepels cacao poeder, puur
Vroeger kwam het hele gezin rond de schoorsteen bij elkaar om kerstavond te vieren, terwijl er een enorme stronk brandde in de open haard. De stam, was versierd met linten en soms gedoopt in wijwater.
De as van de stronk werd bewaard, want men dacht dat deze het huis het komende jaar beschermde tegen blikseminslag en de duivel.
Tegenwoordig wordt de kerststronk gesymboliseerd door gebak, dat moet lijken op de stronk die vroeger op kerstavond in de open haard brandde.
Dit typisch Franse nagerecht is eind veertiende eeuw ontstaan in Parijs, in de ovens van historicus en banketbakker Pierre Lacam.
Bereid de biscuit roulé of génoise :
De oven voorverwarmen op 200°C.
Een rechthoekige bakvorm (± 25 x 35 cm) bekleden met bakpapier.
Het bakpapier invetten.
De eieren met de suiker en een snufje zout in ± 10 minuten dik en romig kloppen.
De boter laten smelten.
De bloem boven het eimengsel zeven en voorzichtig erdoor scheppen.
De boter (50 g) erdoor scheppen.
De eiwitten stijf kloppen en erdoor scheppen.
Het beslag in de vorm schenken en gelijkmatig uitstrijken.
In het midden van de oven de cake in ± 15 minuten lichtbruin en gaar bakken.
Een schone theedoek nat maken.
De cake uit de oven nemen en op een vochtig theedoek keren.
Het bakpapier verwijderen.
De cake oprollen en laten afkoelen.
Bereid de crème au beurre au chocolat :
alle ingrediënten in een keuken machine mengen tot een gladde mengsel.
De afgekoelde cake weer uitrollen en bestrijken met twee derde deel van de crème au beurre.
De cake zonder theedoek weer voorzichtig oprollen en de uiteinden schuin afsnijden.
De rol bestrijken met de rest van de crème au beurre au chocolat.
Met een vork strepen erin trekken en de boomstam in de koelkast ± 2 uur laten opstijven.