- 400 g bloem
- 200 g roomboter
- 1 zakje bakpoeder
- 1 snufje zout
- 1 ei
- 200 g fijne kristalsuiker
- 1 vanillestokje
- 5 grote zoet zuur appels
- 3 theelepels kaneel
- 100 g fijne kristalsuiker
- 1 ei
- 2 eetlepels paneermeel
- 1 springvorm
- Bakpapier
Het geur van de roomboter in het deeg, van de appels en van de kaneel…
Een klassieker van het Nederlandse keuken!
Meng in een kom ( 100 g ) de suiker en de kaneel.
Pel de appels en snijd ze in grove partjes.
Meng ze in het kaneel suiker mengsel.
Meng de bloem samen met 200 g suiker, de boter, 1 ei, een mespunt van de binnenkant van het vanillestokje, de bakpoeder en een snufje zout.
Kneed met je handen tot een mooi, hard, soepel deeg.
Snijd een cirkel uit een vel bakpapier.
Zet het vel op de bodem van de springvorm en dan doe zijn zijkant dicht.
Verdeel het deeg in 3 stukken. (2 grote, 1 kleine).
Rol de eerst stuk en met hulp van je hand, plaatst hem op de bodem en druk hem goed plaat en 1 cm aan de zijkant.
Zorg dat het egaal is overal.
Neem de 2e deel van het deeg en druk hem aan de zijkant van de springvorm.
Verdeel de paneermeel op het deeg. Zo gaat de paneermeel al vocht van de appels absorberen.
Verwarm de oven op 170 graden voor.
Verdeelde appels op de paneermeel.
Rol de 3e deel van het deeg.
Maak strokjes van 1,5 cm breedte en decoreer de taart.
Klop de 2e ei los.
Met een kwast, smeer wat ei op de deeg-strokjes.
Zet in de oven, 60 minuten op 170 graden.
Laat de taart afkoelen.
Tips:
Serveer hem met opgeklopte verse slagroom (geen spuit, bah!).
Een dag van tevoren de taart is nog lekkerder.
Als je niet genoeg deeg hebt maak een kleine met 100 g bloem, 50 g boter, 2 theelepels van het geklopte ei, een mespuntje vanille en 3 eetlepels suiker.