- 110 g roomboter
- 130 g poedersuiker
- 130 g bloem
- 4 eiwitten
- 1 zak vanillesuiker
- Snufje zout
Genoemd “langues de chat” in het Frans, kattentongen zijn platte, heel zachte kleine koekjes met een krokante rand.
Toen ik klein was, werden ze bij ijs, pudding of appelmoes geserveerd.
Voorbereiding:
Zet de roomboter 1 uur vantevoren uit de koelkast.
Zo wordt hij zacht en makkelijk te gebruiken.
Bereiding:
Klop de boter met de suiker, de zout en de vanille suiker tot een glad beslag.
Voeg de bloem en klop nog even goed.
Voeg nu de eiwitten, een per een, tot een mooi, glad en luchtig beslag ( het lijkt op een Italiaanse ijs).
Verwarm de oven op 200 graden voor en zet een vel bakpapier op een ovenplaat.
Vul een spuizak met wat beslag en spuit, ver uit elkaar, 4 cm lang strokjes op het bakpapier.
Zet ze in de oven.
Niet schrikken!
Ze worden ineens breed, vloeibaar en heel plat maar ze zijn niet mislukt!
Bak de kattentongen, 8-10 minuten tot de randjes mooi bruin zijn verkleurt.
Doe de koekjes uit de oven, maak ze los van het bakpapier met een spatel of mes en laat ze afkoelen op een rooster.
Wanneer de kattentongen afgekoeld zijn, zet ze meteen in een afgesloten bewaardoos om ze te bewaren ( tot 3 dagen).